BreathtakingI maakt deel uit van een reeks schilderijen waarin belemmeringen op enigerlei wijze een centrale plaats innemen. Deze kunnen externe oorzaken hebben of van binnenuit komen, veroorzaakt worden door lichamelijke tekortkomingen of door eigen emoties, wensen en verlangens. Het menselijk tekort is één van de hoofdthema’s in mijn werk. Aansluitend bij expressionistische tradities in de schilderkunst en recente inzichten in de psychologie van de persoonlijkheid worden met directe maar poëtische zachtheid het niet-kunnen, niet- mogen, niet-willen of niet-durven van mensen ontmaskerd. Het schilderij Breathtaking I wil in herkenbare vormen de menselijke problematiek van de dwaaltocht in het complexe labyrint van de eigen persoonlijkheid tonen. Het woord ‘persoonlijkheid’ is afgeleid van ‘persona’, Latijns voor ‘masker’. In het theater worden op het toneel maskers gebruikt om de identiteit van de speler zeker te stellen. In het dagelijkse leven weerspiegelen ze echter niet zelden een onzekere identiteit en verbergen ze innerlijke polariteiten, verdedigingsmuren en angsten. Onzekerheid over de eigen identiteit roept soms een alter ego in het leven, een deel van de persoonlijkheid, dat duidelijk contrasteert met de reguliere persoonlijkheid. Ik verbeeldt in Breathtaking I de problematische relatie tussen een poppenspeler en zijn masker, zijn alter ego, in de vorm van een pop. In literatuur en film wordt de pop vaak gezien als een creatie om persoonlijke demonen onder controle te houden. Dit schilderij sluit aan bij die traditie en weerspiegelt de complexe, bizarre connectie tussen poppenspeler/buikspreker en pop, tussen schepper en schepsel. Wanneer het alter ego als personificatie van het onbewuste een bedreigend karakter krijgt en de mens in een verstikkende houdgreep houdt, moeten de rollen omgedraaid. Wat niet naar buiten mag, moet binnen gehouden worden. De tragedie is dat met het onschadelijk maken van een schaduw- zelf, ook het zicht op het eigen ik ontnomen wordt. Breathtaking I gaat over de soms adembenemende confrontatie tussende verschillende kanten van de eigen identiteit, over het weerhouden van het Andere Zelf, over niet-kunnen, niet- mogen, niet-willen of niet-durven. Het schilderij heeft, zoals de meeste van mijn schilderijen een open karakter dat vragen openhoudt. Is de afgebeelde belemmering noodgedwongen zelfbescherming, een verbeelding van geslaagde ego- beschermende verdedigingsmechanismen, of een agressieve manifestatie van oerdriften? De keuzen zijn niet vanzelfsprekend. Welke interpretatie gekozen wordt is in belangrijke mate afhankelijk van de emotionele beroering van de kijker.Silencing The Mind maakt deel uit van een serie schilderijen waarin belemmering op enigerlei wijze een centrale plaats inneemt. Belemmeringen kunnen externe oorzaken hebben of van binnenuit komen, door lichamelijke tekortkomingen of eigen emoties, wensen en verlangens. Menselijke mogelijkheden en tekorten zijn hoofdthema’s in mijn werk. Aansluitend bij expressionistische tradities in de schilderkunst en recente inzichten in de psychologie van de persoonlijkheid worden met directe maar poëtische zachtheid het niet-kunnen, niet-mogen, niet-willen of niet-durven van mensen ontmaskerd. Het schilderij Silencing the Mind wil in herkenbare vormen de menselijke problematiek van de dwaaltocht in het complexe labyrint van de eigen persoonlijkheid tonen. Het woord ‘persoonlijkheid’ is afgeleid van ‘persona’, Latijns voor ‘masker’. In het theater worden op het toneel maskers gebruikt om de identiteit van de speler zeker te stellen. In het dagelijkse leven weerspiegelen ze echter niet zelden een onzekere identiteit en verbergen ze innerlijke polariteiten, verdedigingsmuren en angsten. Onzekerheid over de eigen identiteit roept soms een alter ego in het leven, een deel van de persoonlijkheid dat contrasteert met de reguliere persoonlijkheid. Het toont een ander gezicht. Ik plaats het alter ego in Silencing The Mind in de relatie tussen een poppenspeler en zijn pop. Door anderen worden we onszelf, al moeten we daarvoor soms zelf de ander maken. De dummy is een manier om de persoonlijke demonen onder controle te houden. Silencing The Mind verbeeldt de complexe, bizarre connectie tussen de buikspreker en pop, schepper en schepsel, zelf en schaduw-zelf. Niet langer krijgt de pop hier de vrije teugel om het onzegbare te zeggen, maar dient zij beteugeld te worden. Wat niet mag klinken, moet gesmoord. De tragedie is dat de pop de mond snoeren ook de buikspreker monddood maakt. Silencing The Mind gaat over de self-handicapping strategie waartoe mensen denken gedwongen te zijn om zich te kunnen handhaven. Het schilderij heeft een open karakter dat vragen openhoudt. Is de afgebeelde belemmering betreurde zelfbescherming, overwinning of nederlaag? Moet men compassie hebben met de tot zwijgen gedoemde speler of met de het zwijgen opgelegde pop? Wie is er bang? En waarvoor? De keuzen zijn niet vanzelfsprekend. Welke interpretatie gekozen wordt is in belangrijke mate afhankelijk van het ego of alter ego van de kijker.